Zoeken

donderdag 10 maart 2016

Het gaat helemaal niet om leeftijd maar om levensstijl

Toen ik in 1996 debuteerde als thrillerschrijver bij uitgeverij Luitingh, vroeg ik mijn redacteur of er bepaalde ongeschreven regels waren waaraan ik me als beginnend auteur diende te houden. Haar advies was om me nooit negatief uit te laten over collega-schrijvers, zelfs al was hun succes onverdiend. Daar heb ik me tot op de dag van vandaag netjes aan gehouden, al kan ik niet uitsluiten dat ik er in een onbewaakt moment wel eens heb uitgeflapt dat Dan Brown schrijft als een 13-jarige Havo-scholier. Grote vraag is of dat advies ook geldt voor collega-journalisten? Of mag ik hier best schrijven dat Volkskrant-columnist Peter de Waard nu wel vaak genoeg heeft geschreven dat het "oneerlijk" is dat babyboomers meer geld hebben dan latere generaties?


Voor alle duidelijkheid: het afgebeelde boek heeft een ereplaats in mijn kast en een titel die ik volledig onderschrijf. In het verleden heb ik hem zelfs wel eens een mailtje gestuurd om hem te complimenteren met een van zijn columns. Ik hoop ook dat hij nog heel lang blijft schrijven op de economiepagina van de Volkskrant, ook al mag hij over een jaar of vijf officieel met pensioen. Want dat is het gekke: Peter de Waard schrijft over babyboomers alsof hij net op de arbeidsmarkt is, terwijl hij met zijn geboortejaar nog precies in dat geboortecohort past.


Natuurlijk geeft dat niks: je kunt met een gerust hart je leeftijdgenoten aanvallen als je vindt dat de solidariteit tussen generaties aan het afbrokkelen is of als je van mening bent dat babyboomers onevenredig hebben geprofiteerd van de na-oorlogse welvaart. Toch vraag ik me in zijn geval altijd af waar dat venijn precies vandaan komt. Ik ga daar niet hardop over speculeren, maar ik zou dat wel eens uit zijn mond willen horen. Zelf leg ik mijn kaarten meestal aardig op tafel, zodat mensen weten waarom ik zeg wat ik zeg en vind wat ik vind. Zo heb ik mijn huis bijna afgelost en geloof ik niet dat we allemaal honderd worden omdat mijn vader al op 33-jarige leeftijd is overleden. Om die reden ga ik ook met (deeltijd)pensioen in de maand dat ik 55 word.

Mijn huidige leven is aardig stressloos, maar vanmorgen kookte mijn bloed even vanwege de zinnen die ik met een rode pen heb onderstreept in zijn laatste column. Op zich is dat een goed teken, want columnisten horen tegen schenen te schoppen en hun vinger op de zere plek te leggen. Bij De Waard  lees je echter altijd maar het halve verhaal en precies hetzelfde cliché: jongeren hebben het veel slechter dan ouderen en dat is oneerlijk. Dat beeld is hardnekkig, net als het waanidee dat studeren vroeger gratis was. Ik kan in elke column herhalen dat ik in 1988 afstudeerde met een studieschuld van 20.000 gulden maar dan nog blijft dat Broodje Aap de ronde doen.


Om alle onzin in deze column te ontkrachten heb ik een heel boek nodig (en daar gebruik in mijn boeken dan ook voor), dus laat ik me beperken tot de kern: het gaat niet om leeftijd maar om levensstijl. Dat hele generatiedenken is veel te generaliserend en te grofmazig om te pleiten voor een noodzakelijke herverdeling tussen oud en jong. De Waard schrijft eigenlijk dat ouderen geen recht hebben op hun zuurverdiende spaargeld, omdat ze te weinig consumeren. Dat doet me denken aan die ene meneer die ooit zei dat ik mijn vakantiegeld maar weer moest inleveren omdat ik er mijn hypotheek mee afloste in plaats van het te besteden aan zijn eigenlijke doel.

In Het plakbandpensioen vertel ik over een vriend die altijd is blijven huren en een oud-collega die ontslagen werd terwijl hij nog geen cent had afgelost op zijn aflossingsvrije hypotheek van 3,5 ton. Wat hebben wij drieën dan precies met elkaar gemeen behalve ons geboortejaar? Vaak wordt dat afgedaan als anekdotisch bewijs, terwijl ik het juist gebruik om aan te tonen dat gemiddelden niks zeggen. Ik had zelf kunnen gaan sparen en aflossen op de dag dat wij ons huis kochten (zodat ik nu veel en veel rijker was geweest), maar ik had ook al mijn geld er doorheen kunnen jagen (waardoor ik nu aan de grond zat en in de puree). Dat laat zien dat het veel meer gaat om het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten dan om iets anders.

Jongeren moeten volgens De Waard doorwerken tot hun 90e, worden geplaagd door hoge hypotheekschulden en ga zo maar door. Allemaal waar, maar ik ken persoonlijk een jonge vrouw van 28 die in een huis van 2 ton woont dat ze samen met haar man al voor de helft heeft afgelost door een paar jaar "te leven als zwervers". Op dit moment werken ze allebei in deeltijd en hebben ze dus ook geen dure kinderopvang nodig, zodat hun lasten draaglijk zijn en ze makkelijk nog meer kunnen aflossen.

Tegen de tijd dat ze 35 jaar zijn, mogen ze zich hypotheekvrij noemen en ligt de wereld voor hen open, terwijl ze dan nog zeker 35 jaar van hun pensioendatum verwijderd zijn. Het zou interessant zijn als columnisten eens wat vaker op dit soort alternatieve scenario's zouden wijzen in plaats van altijd maar op dezelfde trom te slaan en te doen alsof de wereld louter bestaat uit mensen die pech hebben gehad en mazzelaars die best wel wat kunnen missen.