Zoeken

zondag 17 april 2016

Ja hoor, daar is-ie weer: 50 is het nieuwe 30!

Dit weekend kreeg ik vanuit de media weer allerlei tegenstrijdige geluiden te horen. Eerst werd ik geattendeerd op het bericht dat de riante vertrekregeling die de Belastingdienst haar personeel heeft aangeboden, massaal gebruikt wordt als een soort verkapt vroegpensioen. De volgende ochtend las ik echter weer allerlei blije verhalen over de vitaliteit van vijftigers die nog maar net over de helft van hun werkzame leven zijn en na hun pensioen mogen rekenen op "twintig jaar genieten van het pensioen". Zelf zie ik dat toch ietsje anders.


Bij nader inzien blijkt het artikel uit te gaan van oude cijfers, want die twintig jaar pensioen bereik je statistisch gezien alleen als je al op je 63ste stopt met werken en je vervolgens precies houdt aan de gemiddelde levensverwachting. Wie (zoals ik) waarschijnlijk pas AOW krijgt als er 68 kaarsjes op zijn taart staan, kan daar op voorhand dus al vijf jaar van aftrekken. Vervolgens moet je je afvragen of je dan inderdaad nog zin hebt in allerlei wilde wereldreizen, al dan niet met een rugzak op de rug van een ezel.

Bij nóg nader inzien blijkt de populatie van backpackende 60-plussers te bestaan uit één persoon, te weten de vader van de journaliste die het stuk geschreven heeft. Hij moet bovendien nog vertrekken en kwam alleen maar op dit wilde plan omdat hij zich na zijn pensionering stierlijk verveelde. Er wordt in het artikel wel een wat oudere wereldreiziger aangehaald, maar die is pas 55 als ze aan haar avonturen begint en is gaandeweg steeds luxer en comfortabeler gaan reizen.

Kortom, hier wordt dus weer eens het etiket kippensoep op een blik bruine bonen geplakt, want inhoudelijk gaat het heel ergens over en ziet het er allemaal een stuk minder rooskleurig uit dan het intro suggereert. Interessant is het artikel echter wel, want absolute lariekoek (we worden straks 130 en misschien zelfs wel onsterfelijk) wordt afgewisseld met solide adviezen. Zo pleit hoogleraar Marcel Olde Rikkert (die ik ook aanhaal in Het plakbandpensioen) ervoor om je werkzame leven langzaam af te bouwen en om al tijdens je carrière voldoende rust en vrije tijd in te bouwen. Pensioen is alleen maar een zwart gat als je geen hobby's hebt en als je zelfbeeld zo laag is dat je voortdurend bevestiging nodig hebt.

In de weekendbijlage van een andere serieuze krant lees ik dat "50 het nieuwe 30 is" (of beter: vijftig het nieuwe dertig). Dat klinkt leuk, maar is helaas een vorm van wensdenken die mensen totaal op het verkeerde been zet. Bovendien hanteert de schrijfster een merkwaardige cirkelredenering: omdat mensen steeds langer door moeten werken, moeten we ook het beeld in stand houden dat vijftigers net zo energiek, flexibel en vitaal zijn als dertigers. Praten over uitgebluste vijftigers is stigmatiserend en verkleint hun kansen op de arbeidsmarkt.

Beter is het om werkgevers wijs te maken dat deze groep nog genoeg "groeimogelijkheden voor de boeg heeft" en "maar weinig verder is dan halverwege zijn carrière". Klinkt allemaal leuk, maar doet me denken aan die kille rekenaar die ooit bij ons op de werkvloer werd geparkeerd om te zien of het allemaal niet wat efficiënter en goedkoper kon. Als je over een marathon vier uur doet, weerhoudt immers niets je ervan om er op een werkdag meteen maar twéé helemaal uit te lopen. Tenminste: als je alleen naar cijfers en gemiddelden kijkt.

Om die vergelijking met de marathon nog even door te trekken: je kunt voortaan wel besluiten dat de finish pas na 52 kilometer op de lopers wacht, maar dan moet je niet raar staan te kijken als mensen totaal uitgeput over de streep komen of al ver voor het einde van de wedstrijd geblesseerd raken of instorten. In die zin is het verhaal; dat we "straks allemaal 130 worden" net zo'n sprookje als de belofte dat we na het bereiken van de AOW-datum nog twintig jaar kunnen genieten van ons pensioen. Als je de eindstreep al ongeschonden haalt, heb je waarschijnlijk eerder behoefte aan een elektrische fiets dan aan een enkele reis rond de wereld.