Zoeken

dinsdag 5 juli 2016

En wéér valt ineens de televisie uit

Voor de tweede keer dit jaar zijn we afgesloten van de kabeltelevisie. Was het vorige keer een graafmachine die de kabel verorberde, deze keer werd hij met grof geweld uit de aansluiting aan de woning gerukt. Dat merkten we overigens pas toen de buurman ons erop attendeerde dat hij per abuis een kabel had geraakt, want de televisie had al dagen niet aangestaan. In  heel veel gezinnen zou een dergelijke gebeurtenis midden in de sportzomer waarschijnlijk tot paniek leiden, maar de kans bestaat dat ik het zelf pas weken laten zou hebben ontdekt. Vraag is dan ook of we dit wel moeten laten repareren of eerder moeten beschouwen als een signaal dat het televisietijdperk definitief achter ons ligt.


Opnieuw bleek het een geluk bij een ongeluk dat wij - heel ouderwets en heel oneconomisch - telefoon, internet en televisie nog afnemen van drie verschillende leveranciers. Als we alles bij Ziggo hadden besteld, zou niks het meer doen en zou het hooguit een paar tellen duren voordat er iemand in huis riep dat het internet was uitgevallen. Nu moest ik de televisie speciaal aanzetten om te zien dat er alleen sneeuw in beeld was. Het EK was in volle gang, maar ik had er nog geen seconde van gezien. Datzelfde geldt voor iemand als Farage die volgens de krant "charismatisch" is, maar die ik nog nooit heb horen praten of zien bewegen.

Voor alle duidelijkheid: dat is geen snobisme. Het wordt soms wel zo opgevat als ik in gezelschap laat vallen dat ik amper nog televisie kijk, maar daar heeft het niets mee te maken. In Het plakbanpensioen besteed ik zelfs een heel hoofdstuk aan mijn eigen kijkgedrag, omdat ik me verbaasde over mijn gebrek aan belangstelling voor dit medium dat al sinds 1967 aanwezig is in mijn leven. Want hoe kan het dat je nauwelijks nog geduld op kunt brengen voor de meeste televisieprogramma's, terwijl je meer vrije tijd hebt dan ooit? In mijn boek kom ik met een plausibele verklaring, maar op verjaardagen klink je al snel als iemand die zijn neus ophaalt voor zulk platvloers vermaak.


De reparateur van Ziggo - dat moet gezegd - was weer net zo snel ter plekke als de vorige keer. Toen echter bleek dat er voor de reparatie een gat in de buitenmuur moest worden geboord en de aansluiting ineens op méters afstand van de televisie uit zou komen, heb ik hem een kop koffie aangeboden en vriendelijk bedankt voor de moeite. Gevolg is dat de kabel nog steeds geknakt uit het zand steekt, nu met een stuk tape aan het uiteinde en we alleen televisie kunnen kijken via uitzending gemist. Toch heb ik het nog geen moment gemist, zeker niet nu ik alweer bezig ben in het twáálfde boek van Thomas Verbogt in korte tijd.

Pas vanmorgen bedacht ik dat het daar in deze fase van mijn leven ook om gaat: afvinken wat je echt belangrijk vindt en bepalen wat je in jouw geval beschouwt als basisbehoeften. Zonder water uit de kraan is het meteen paniek en zonder internet valt ook hier in huis opeens alles stil, maar een gat boren in de muur voor een analoge televisie-aansluiting leek me gisteren opeens net zo zinloos en futiel als het kopen van een tweedehands fax op Marktplaats. Het eerste programma dat ik écht wil zien is de Top 2000 a gogo in december, want Tegenlicht kijk ik meestal toch al op een tablet via uitzending gemist.


Waarschijnlijk bel ik na de zomer wel even naar onze internetprovider om te zien of digitale televisie via de telefoonkabel werkt en bevalt, maar eigenlijk vind ik dit wel een interessant experiment. Op een bepaalde manier is het zelfs wel opwindend: om tegen Ziggo te zeggen dat je je abonnement opzegt zonder dat daar iets voor in de plaats is gekomen. Je kunt het zien als een besparing (scheelt toch weer twee tientjes per maand), maar het is vooral de zoveelste scherpe bocht in dat smalle, verrassende weggetje dat we volgen sinds we op een bescheiden bordje langs de snelweg naar stressland een afrit zagen met het woord "aflossen" erop.

Sindsdien is niet alleen alles anders, maar is alles ook voortdurend aan verandering onderhevig omdat er nou eenmaal geen redden meer aan is als de lading in het ruim van het schip eenmaal begint te schuiven. Zolang de boel niet kapseist is dat alleen maar een spannende ervaring, omdat je niet weet waar dat schip eigenlijk naar op weg is. Veelbetekenend is alvast wel dat mijn agenda niet meer vol staat met interviewafspraken en deadlines, maar met de titels van alle boeken die ik de afgelopen tijd heb gelezen. Alleen op die manier kan ik onthouden dat Herfst in het oosten inderdaad alweer het twaalfde boek is van Thomas Verbogt is dat ik lees, terwijl de nummers dertien en veertien al klaar liggen op mijn nachtkastje. Naast de ongebruikte afstandsbediening van de televisie.