Zoeken

vrijdag 6 januari 2017

De fantastische uitvinding van vandaag is het afval van morgen

Ruim een jaar geleden kocht ik, voor het eerst in vijfentwintig jaar, een splinternieuwe platenspeler. Sindsdien luister ik niet alleen naar cd's maar ook naar elpees en koop ik af en toe weer ouderwets vinyl. Je kunt dat beschouwen als "nostalgie", maar net zo goed als een rode draad, een constante factor of zelfs als een soort bakzeilhalen. De technologische veranderingen gaan tegenwoordig namelijk zó snel dat je als consument niet eens de tijd krijgt om alle voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen en binnen de kortste keren opgezadeld zit met het zoveelste verouderde apparaat.


Afgelopen zaterdag stond er een interview in het FD met Van Lanschot-bankier Karl Guha die in dat verband zelfs spreekt over "ontwrichting". Technologische innovaties helpen de mensheid verder, maar zorgen ook voor een vergaande tweedeling. Daar kun je luchtig of lacherig over doen, maar het is een feit dat technologische veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen. Zelf ben ik pas 55, maar ik heb al genoeg innovaties voorbij zien komen en veranderingen meegemaakt voor een heel mensenleven. Dat ik op mijn 55ste al aan pensioen "toe was", had alles te maken met werkstress en filestress, maar net zo goed met het feit dat ik uitgeput begon te raken van al die uitvindingen.

Daar kun je lacherig over doen of luchtig (zoals die hoge ambtenaar die stelde dat de overgang van kleitablet naar tablet simpelweg een kwestie is van het kiezen een ander medium), maar je hoeft geen digibeet te zijn om het gevoel te hebben dat het je af en toe begint te duizelen. Bij lezingen vertel ik vaak hoe ik jaren geleden mijn vaste videotheek binnenstapte met de vraag of ze van plan waren om ook dvd's te gaan uitlenen. Nee, dat was niet de bedoeling want "daar was geen vraag naar". Inmiddels moet je aan je kinderen al uitleggen wat een videotheek ook alweer was en geldt de dvd als een beelddrager die zijn beste tijd heeft gehad.


Dat is dan nog maar één voorbeeld, want in hetzelfde artikel waarin de dvd werd doodverklaard viel te lezen dat ook de losse navigatiekastjes hun beste tijd hebben gehad. Als ik dat lees moet ik altijd denken aan die ene collega, die voor een artikel een prille en primitieve versie van een dergelijk systeem uit mocht testen in een auto die helemaal volgebouwd was met technologie en minstens tien antennes op het dak had (en dan ook nog eens haperde). Vervolgens knipper je drie keer met je ogen en mag ook je TomTom in de kliko omdat smartphones precies hetzelfde kunnen voor minder geld.

Naast het woord "ontwrichting" heeft Karl Guha het in dit verband over "ontheemding". Mensen voelen zich steeds minder op hun gemak in een omgeving die voortdurend van uiterlijk en karakter verandert. Vergeet niet dat onze voorouders tijdens hun hele leven maar een paar belangrijke innovaties voor de kiezen kregen en ook veel langer de tijd hadden om eraan te wennen. Iets verder terug in de tijd leefden er zelfs mensen die voor wie het leven één langgerekte constante was in een landschap dat alleen veranderde onder invloed van de seizoenen.


Nu bevinden we ons in een tijdperk waarin mensen niet alleen het risico lopen hun baan te verliezen, maar zich ook moeten instellen op de mogelijkheid dat de hele sector waarin ze werkzaam zijn verdwijnt. In het ergste geval moet je je tijdens je loopbaan een paar keer laten omscholen omdat je werk wordt geautomatiseerd, overbodig wordt, naar het buitenland wordt verplaatst of door robots wordt overgenomen. Je kunt dan wel zeggen dat mensen flexibel moeten zijn en hun hele leven moeten blijven leren, maar dan moet je wel oog hebben voor de plasticiteit van het brein en het feit dat onze hersenen niet zoveel verschillen van die van de primitieve mens die jaagde met een scherpe stok.

In de krant valt de laatste tijd veel te lezen over een collectief verlangen naar  "rust", over e-mailen buiten werktijd en over de plussen en minnen van "multitasken". Allemaal belangwekkende onderwerpen, maar je kunt volgens mij geen artikel schrijven over het risico op een burn-out of over de zoveelste verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd zonder even stil te staan bij zaken als "technostress" en "infostress". Veel werknemers zijn op hun 67ste niet alleen lichamelijk versleten, maar hebben in de voorgaande jaren ook veel teveel apparaten versleten.