Zoeken

dinsdag 13 juni 2017

Hoe kijken vrouwen eigenlijk aan tegen het kostwinnermodel?

Toen in 2015 het boek De omgekeerde werkweek verscheen, struikelden sommige vrouwelijke lezers over bepaalde passages die betrekking hadden op bestaande, of juiste ideale, M/V-verhoudingen. Emancipatie is al heel lang synoniem aan arbeidsparticipatie, dus dan is het even wennen als je leest dat mannen en vrouwen misschien beter allebei even weinig zouden kunnen gaan werken. Ook in mijn volgende boek kan ik niet om dat onderwerp heen, want met een basisinkomen van 1000 euro netto per persoon zijn vrouwen en mannen in principe allebei even verantwoordelijk voor de hoogte van het gezinsinkomen. Maar zitten vrouwen daar eigenlijk wel op te wachten?


In mijn volgende boek schrijf ik dat ik soms "nee" zeg tegen betaalde opdrachten, omdat ik er geen zin in heb of me er niet meer toe kan zetten. Op het moment dat je leeft van een soort basisinkomen - in welke vorm dan ook - maak je namelijk heel ander afwegingen en heb je de vrijheid om bepaalde keuzes maken. Zo kan het gebeuren dat je opdrachten laat schieten die een paar honderd euro kunnen opleveren met als voornaamste argument dat je je kostbare vrije tijd daar niet voor wil opofferen. Toen ik dat onlangs in gezelschap hardop zei, merkte een vrouw op dat mijn echtgenote misschien liever zou willen dat ik "ja" zei tegen alles wat op mijn pad kwam.

Dat soort opmerkingen hoor ik vaker en die zijn ook terecht. Zelf profiteer ik in de huidige situatie van veel meer keuzevrijheid en vrije tijd, terwijl mijn vrouw het totale gezinsinkomen de afgelopen jaren alleen maar heeft zien dalen. Als ik ijverig zou gaan freelancen, zou ik meer kunnen verdienen, maar daar heb ik simpelweg geen zin meer in omdat het voor mijn gevoel geen zin meer heeft. Anders gezegd: ik ga niet harder werken zodat mijn vrouw meer te besteden heeft, net zoals het niet in me op zou komen om aan haar te vragen of ze misschien dertig dagen extra wil gaan invallen op haar school zodat ik een nieuwe racefiets kan kopen.


Met een basisinkomen van 1000 euro netto per maand (een systeem dat nog nergens ter wereld bestaat, maar wel veel wordt besproken) ligt dat nog veel duidelijker, want vanaf dat moment zijn beide partners precies evenzeer verantwoordelijk voor de hoogte van het gezinsinkomen. Heb je genoeg aan 2000 euro netto en neem je genoegen met dat basisbedrag of ga je nog iets bijverdienen om er bijvoorbeeld 2500 euro van te maken of 3000? In mijn filosofie moeten beide partners elk afzonderlijk die afweging maken en is het niet langer vanzelfsprekend dat de man degene is die nog iets gaan bijverdienen.

Bij die afweging spelen heel veel factoren een rol, niet alleen de vraag wie zich liever bekommert om het huishouden en de opvoeding, maar ook wie graag werkt of met zijn talent en/of opleiding mákkelijker aan extra geld kan komen. Het is denkbaar dat de één in anderhalve dag net zoveel weet te verdienen als de ander in een hele week. Los daarvan moeten beide partners de afweging maken tussen inkomen en vrije tijd, terwijl het nu soms nog wel eens zo lijkt dat sommige vrouwen graag meer te besteden zouden willen hebben, maar er de voorkeur aan geven - of het als vanzelfsprekend beschouwen - dat de man daarvoor werkt.


Los van de discussie hoe je "werk" zou moeten definiëren, is dit een heel interessant onderwerp omdat het uithoeken van de emancipatie aftast die nu nog een beetje verborgen blijven. Het gebeurt al steeds vaker dat de vrouw hoofdkostwinner is, maar bij veel vrouwen van onze generatie zit dat oude, traditionele beeld nog steeds in hun hoofd verankerd. Zo ben ik nu een paar keer per week aan het koken, doe ik boodschappen, hang ik de was op en ruim ik de vaatwasser in en uit, zonder dat mijn vrouw ook maar één keer het gras heeft gemaaid of de vuilnisbak naar het begin van de straat heeft gereden. Waarmee ik alleen maar gezegd wil hebben dat het niet raar is - en in ieder geval bespreekbaar zou moeten zijn - om de rollen om te draaien als de man vijfentwintig jaar fulltime heeft gewerkt en de vrouw al die tijd maar twee dagen per week.

Nog niet zo lang geleden bevond ik mij opeens letterlijk in een soort omgekeerde wereld toen ik op een verjaardag ineens bedacht dat alle aanwezige mannen al met een soort vroegpensioen waren terwijl alle vrouwen nog (fulltime) werkten. Dat ontlokte me een schaterlach waarbij ik opmerkte dat dit blijkbaar was waar vrouwen al die tijd zo hard voor gestreden hadden: eerst kiesrecht, dan lekker de hele week werken. Het was een provocerende, niet ernstige en grappig bedoelde opmerking, maar het zorgde her en der wel voor wat zure gezichten. Met een basisinkomen bestrijd je dus niet alleen armoede en ongelijkheid, maar betreed je ook het mijnenveld van vrouwenrechten, emancipatie en seksegelijkheid.